Dit weekend was het weer zover. Frontpagina nieuws over onze sector. Een klein aantal grootverbruikers vindt terecht dat de liberalisering hun niet gebracht heeft wat ze hoopten. Namelijk meer concurrentie en mogelijks lagere prijzen.
De eerste vraag die men zich moet stellen voor deze beperkte groep bedrijven waar energie de grootste kost is – het gaat om minder dan 100 bedrijven in België – is of energie vandaag minder zou kosten mocht er geen liberalisering geweest zijn.
Laten we even kijken naar de redenen voor de stijging van de electriciteitsprijs die zwaar doorweegt bij deze grootverbruikers.
In de eerste plaats is vanaf maart 2003, inval in Irak, de olieprijs explosief gestegen van 20 naar meer dan 70 dollar per vat. Zelfs in de vroegere gereguleerde markt zou dit tot gevolg hebben gehad dat de electriciteitsprijs zou stijgen daar olie een belangrijke energiecomponent is. Minstens even belangrijk is de koppeling van de gasprijs aan olie die ervoor gezorgd heeft dat er een automatische stijging is gekomen van het product gas. Ondanks onze langetermijncontracten voor aankoop van gas weegt dit jammer genoeg niet door in de berekening van de dagdagelijkse electriciteitsprijs. Deze werd maandelijks/jaarlijks berekend volgens de kost van onder andere olie en gas prijzen op dat ogenblik.
Een andere kostencomponent is de introductie van CO²-rechten die ook een stijgend effect hebben gehad op vooral de kostprijs voor electriciteits ‘s nachts.
De drie bovenstaande componenten – olie, gas en emissierechten – hebben vooral gezorgd voor de grote stijging van de electriciteitsprijs en staan los van de liberalisering.
Het is dus niet de liberalisering die ervoor gezorgd heeft dat de prijzen stijgen.
Waar de liberalisering wel voor zorgt, is dat deze stijgingen kunnen worden doorgerekend volgens het afgesproken marktmechanisme. Is de stijging voor deze grootverbruikers dan juist of beter gezegd was deze nodig?
Naar mijn mening had de prijs in België niet zo drastisch hoeven te stijgen daar wij beschikken over een productiepark dat voor een belangrijk deel niet gevoelig is voor deze drie componenten. Door een historische vergissing eind de jaren tachtig hebben wij in België geen concurrentie op productievlak. Alle productie is in handen van één bedrijf, dat haar totale marktmacht kan uitoefenen wat betreft het bepalen van de kostprijs van een kilowattuur.
Het verbruiksprofiel van deze grootverbruikers past zeer goed in de output van de nucleaire centrales daar deze vlak is en constant. In theorie zou men kunnen stellen dat deze output de huidige prijsstijgingen minder had moeten volgen. Echter, de groothandelsmarkt maakt geen onderscheid tussen de verschillende productievormen gas, kolen of nucleair.
De voorgestelde terugkeer naar gereguleerde tarieven lijkt me gezien de beslissing in Europa om te liberaliseren haaks te staan op de ingeslagen piste. Erger wordt het nog als men ziet dat in landen als Spanje en Frankrijk de gereguleerde tarieven nog wel bestaan. Deze zorgen actueel voor een verlamming van deze markten daar zo onrealistische verschillen ontstaan tussen de vrije wereldenergiemarkt en de Europese markt.
Ook dient men niet te vergeten dat wij in België ons productiepark dienen te vervangen de komende twintig jaar en dat dit aanzienlijke investeringen zal vergen.
Het hanteren van een reële marktprijs met voldoende marge zorgt ervoor dat investeerders interesse zullen hebben om in België nieuwe centrales te bouwen. Terugkeren naar een gereguleerd (lees: niet marktconform) tarief zal ons een aanzienlijke achterstand geven.
Tot slot dient men de gasmarkt niet te vergeten die volgens velen de komende twintig, dertig jaar aan belang zal winnen. Het niet hebben van een open, competitieve gasmarkt zorgt vandaag al voor problemen in de voorbereiding van nieuwe projecten om centrales te bouwen. Concurrentie in zowel opslag, transport en levering zijn onontbeerlijk om ervoor te zorgen dat alle gebruikers een stabiele, eerlijke en competitieve prijs krijgen.