Vorige week waren er in België weer een aantal opvallende gebeurtenissen in onze sector. Een eerste zaak was de wil van staatsecretaris De Backer om de kostprijs van de nog te bouwen windmolenparken op zee te reduceren.
Gezien de concessies al vergeven zijn aan een aantal partijen is dit een lastige oefening. Tegen de grond van de zaak is niks mis, namelijk zorgen dat we duurzame productie bouwen tegen de best mogelijke prijs. De ingeslagen weg van bedrijven als Dong, ENBW en Shell om een race naar the buttom te organizeren waarin spectaculaire biedingen zijn gedaan varierend van 74€, 55€ en ten slotte aan 0£ subsidie te willen investeren lijkt op het eerste zicht zeer goed nieuws.
Nu mag de marginale kostprijs van een geproduceerde wind of zon MWh inderdaad nul zijn vermits de brandstoffbronnen, namelijk wind en zon, gratis ter beschikking zijn, zelf geloof ik niet in het gratis model. De kandidaat bouwers natuurlijk ook niet en moeten we dus op zoek gaan naar hun echte beweegredenen om dergelijke grote investeringen te doen en toch aan hun aandeelhouders nog een rendement te kunnen garanderen.
Speculeren op een in de toekomst hogere elektriciteitsprijs op de stroombeurzen lijkt me een moeilijke basis om je lange termijn financiele modellen op te baseren ook al blijft het wel één van de belangrijke parameters. Als je gelooft in de toekomst van elektriciteit dan kan de prijs alleen maar stijgen.
En toch is het gewaagd wat België doet, de bestaande concessiehouders van de laatste drie windmolenparken op zee stonden al ver in hun voorbereiding en zal het dus zeer moeilijk zijn(lees onmogelijk bijna) om kortingen van 20 à 30% af te dwingen. De rendementen zijn namelijk kleiner dan de gewenste kortingen en niemand gaat met verlies investeringen doen behalve dan partijen die marktaandeel kopen.
Er worden momenteel hoge prijzen geboden voor duurzame energie gezien de projecten vaak nog met subsidie gebouwd worden en dus een zekere inkomstenbron zijn, ook al zijn de rendementen beperkt tot 4 à 5%(op projectniveau).
Indien de Belgische regering haar wens doorzet is de kans groot dat de bestaande concessiehouders afhaken en kan men een nieuwe veiling organiseren. Zoals al eerder gezegd dienen de kosten die gemaakt zijn(alleen de aantoonbare kosten gemaakt aan derden, zogenaamde third party expenses ) terug betaald te worden. De schade is hiermee zeker niet mee weggewerkt want deze marktpartijen zullen volgende keer wel twee keer nadenken alvorens zich te wagen aan projecten ontwikkelen in ons kleine landje.
Dat België zijn duurzame doelstellingen niet gaat halen is zogoed als zeker hiermee, ook de andere mogelijke duurzame ontwikkelingen staan op een zeer laag pitje en de weg naar 40-50% duurzaam moet nog gebouwd worden. Op basis van de huidige marktwerking is het zeker dat we deze niet halen en is de kans zelfs reeel dat we naar een stagnatie of zelfs lichte afname gaan van het totaal aantal geproduceerde groene MWh.
Verder was er ook een uitspraak van het Grondwettelijk Hof dat de zogenaamde Turteltaks naar de eeuwige jachtgronden heeft verwezen en de Vlaamse regering met een serieuze uitdaging heeft opgezadeld. De wens om alle kosten in de KWh te stoppen op onze factuur kan dan wel logisch zijn maar het motto dat zo dan de vervuiler betaald is flauwekul. Als iemand bijvoorbeeld alleen maar groene stroom verbruikt is hij/zij toch geen vervuiler maar moet hij wel alle taksen betalen.
Het beste lijkt me om deze kost in de algemene begroting te brengen en via een aparte transparante taks iedereen mee te laten betalen, dit wil dus zeggen alle bedrijven en alle gezinnen.
We moeten ons toch echt afvragen hoe we de transitie gaan betalen want deze gaat nog vele malen meer kosten dan de eerste stappen die we nu aan het financieren zijn. Zoals steeds worden nogal gratuit woorden in de mond genomen als oversubsidiering die niet gestoeld zijn op enige waarheid maar vaak het resultaat zijn van studies die op een bepaald moment gemaakt worden. Zoals de studie van de Creg of PWC, allemaal correct alleen weinig relevant want je kan zowat iedere dag een nieuwe berekening maken en deze zal iedere dag verschillen.
Als je een correcte studie wilt maken dan moet je de formule zo maken dat hij dynamisch is en dus bruikbaar is op ieder moment en dan ook geldig is. Bijvoorbeeld het constant aanpassen van de financieringskost is een belangrijke parameter waar overheden veel te weinig rekening mee houden. Als de FED de intrest blijft verhogen dan zal ook vroeg of laat de Europese bank dit gaan doen en al helemaal zeker als onze economie het goed blijft doen.
Het effect van de intrestvoet is vaak veel meer bepalend dan de daling van de kostprijs van een fundering en de overheid moet goed beseffen dat als zij blifjt aanmodderen de investeringskost voor de nv België en bij uitbreiding voor alle landen wel eens veel hoger zou kunnen gaan uitvallen. Het is onbegrijpelijk dat men nu talmt met infrastructuur investeringen want de financieringskost zal waarschijnlijk alleen maar gaan stijgen(lees zeker).
Hoe meer de politiek onze sector viseert en wijzigingen aanbrengt hoe verder we af zijn van een echte geliberaliseerde markt. Het plak en knipwerk zorgt ervoor dat investeerders in de toekomst nog meer garanties zullen vragen. Het positieve van uitstel is wel dat de noodzaak voor verandering steeds groter zal worden, dat 2020 heel dichtbij komt zal hopelijk voor een aantal landen de rode kaart betekenen en een signaal om de zaken nu ergens te gaan nemen.