Energie-Blog

André Jurres

Dat kleine landjes zoals België toch mooie initiatieven nemen bewijst ook de recente aankondiging van een aansluiting tussen windmolenparken op zee in Denemarken en Duitsland die dan op hun buurt ook aangesloten zijn op beide landen.

Deze primeur is een noodzakelijke volgende stap van integratie en optimalisatie van de huidige en toekomstige windmolenparken op zee en de uitwisseling van capaciteit tussen landen.  Deze belangrijke ontwikkeling zal mede zorgen voor een optimale verdeling van de beschikbare windcapaciteit en dus mee zorgen voor meer stabiliteit op het netwerk.

In bepaalde media werd dit voorgesteld als De oplossing maar dat is het op zich natuurlijk niet, het is wederom een belangrijke schakel in een toekomstige duurzame Europese energiehuishouding.  Daarnaast hebben we nog vele andere schakels waarvan er een aantal nog belangrijker zijn dan het verbinden van alle windmolenparken op zee.  De koppeling van deze windmolenparken in de Baltische zee maakt de afhankelijkheid van de andere oplossingen(lees schakels in de energieketen) op zich niet veel kleiner.

Energie efficiëntie blijft vandaag nog steeds een ondergesneeuwd item ten opzichte van de aandacht die uitgaat naar dit soort initiatieven.  De aaibaarheid of beter gezegd de tastbaarheid van grote infrastructuur werken zoals windmolens op zee of netwerken is nu eenmaal veel groter dan het onzichtbare onderwerp van energie efficiëntie.

Energiebesparing heeft zelfs een groter potentieel dan de   paar honderd GW windmolenparken die we kunnen bouwen in de Baltische en Noordzee. 

Neem nu de positieve ontwikkeling van zon in Nederland die weliswaar laat op de kar is gesprongen vergeleken landen als Duitsland of Spanje maar nu binnen de kortste keren wereldkampioen dreigt te worden.  U leest het goed, dreigen want de wijzer slaat nu volledig door naar de verkeerde kant.

Dat er nog 12 GW zon bijkomt is op zich niet het probleem maar het neerplanten van mega zon parken op landbouwgrond in gebieden waar weinig tot geen industrie is(lees lokale afname) is gewoon niet wijs.  Hiermee wil ik niet zeggen dat dit niet zou mogen maar waar is de balans momenteel?  De overheid had via de SDE++ een verdeling dienen in te voeren(met plafond budget) voor de diverse vormen van zon en ervoor zorgen dat de belangrijkste vorm van zon op daken was.  Bijvoorbeeld de verplichting om minstens 60% van de jaarlijkse capaciteit (en subsidie aanvraag) via zon op daken te verlenen.

Er worden absoluut krankzinnige vergoedingen gegeven aan landeigenaren waarvan bedragen als 15000€ per jaar(gedurende 25 jaar) aan huur reeds werden gegund.  Dit betekent dat je na grosso modo 4 jaar huur eigenlijk de aankoopprijs van een hectare grond hebt betaald en dat betekend gewoon dat de huidige subsidie veel te royaal is of dat er marktpartijen zijn die tegen elke kost gewoon projecten kopen om ze daarna nooit te bouwen.

De overheid kijkt ernaar en doet niets, niet alleen dient men echt het gebruik van goede landbouwgrond echt aan banden te leggen en zoals hierboven als geschreven exact zeggen hoeveel hectare er in aanmerking komt maar ook de vergoedingen aan banden leggen die betaald worden.  Het maximale hier zou toch 50% boven de normale huur/pacht prijs moeten zijn die een landbouwer/grondeigenaar normaal ontvangt voor zijn grond als hij deze verhuurt.

Dit geldt trouwens ook voor wind op land en de verhuur van minuscule stukjes grond(400 vierkante meter per windmolen) waar reeds sinds jaren absurde bedragen voor betaald worden die hoofdzakelijk of bijna uitsluitend in de zakken van toevallige grondeigenaren gaan zonder dat de gemeenschap en/of buren ook maar enig voordeel hebben deze lange termijn verhuringen/recht van opstal.

Het goede nieuws is dat de subsidie dus nog steeds een stuk lager kan op voorwaarde dat de overheid zelf zones waar wind of zonneparken mogen en kunnen ontwikkeld worden tegen redelijke huurvergoedingen voor de eigenaren van gronden en daken.

De energietransitie en bij uitbreiding de verduurzaming van de maatschappij is geen optie maar iets van moeten willen we onze kwaliteit van leven goed houden en dan vooral zodat deze in balans is met wat de Aarde aan kan. 

Men ziet ook dat ondanks alle goede voornemens en acties ook Nederland zijn doelstellingen voor 2020 en 2030 met de huidige inspanning en vooral visie en richting nooit gaan halen.  Verandering is altijd lastig en dan vooral één waar matigen voorop dient te staan zodat onze consumptie terug in evenwicht komt met alle natuurlijke bronnen.

De mens is een hardleers wezen die slechts bij de afgrond zijn gedrag zal veranderen ten gunste van het algemene welzijn, zie vandaag nog de horden dagjes shoppers die in België op minder dan 24 uur van een volgende lockdown in rijen staan aan te schuiven in veel te drukke winkelstraten.  We zijn verslaafd aan ons consumptiegedrag en het huidig economisch model applaudisseert luidt bij deze consumptie.

En toch brengt zelfs de huidige gezondheidsrisico mogelijk mee een oplossing voor een nieuw economisch model waarin duurzaamheid, zuinigheid en delen meer centraal dienen komen te staan.  Dit toevallig voorbijgekomen virus doet op zes maanden meer voor het tegengaan van de klimaatverandering en milieuvervuiling dan al onze plannen op papier samen maar dat is eerder mooi meegenomen als startschot voor een maatschappelijke discussie eens we terug op straat mogen komen.  Wij kunnen zeker ons gedrag veranderen en de elektriciteitssector is zelfs vandaag één van de voorbeelden van innovatie, op nog geen tien jaar tijd is de productiemix van onze elektriciteit voor altijd verandert ten goede.